Amsterdam, maandag 12 november
Noodzaak voor een sterk Europees voedselbeleid
Franse kaas, Thaise visschotel, Italiaanse kersentaart,
babyvoeding, Chileense wijn, Zweedse crackers, Amerikaanse muffins,
Argentijnse biefstuk... de maaltijd van de consument is sinds de
Tweede Wereldoorlog in recordtempo internationaal geworden.
Weet de consument van vandaag nog wat hij eet en bestaat niet juist de
noodzaak voor een Europees Voedselombudsman? Dat is een van de
vragen die PVDA- Europarlementari�r van Putten samen met
partijgenoot kamerleden Timmermans en Swildens vandaag aan de orde
stelden in een ronde tafelgesprek met Nederlandse voedseldeskundigen.
De Nederlandse consument blijkt onder de Europese consumenten het
meeste vertrouwen te hebben in het voedselaanbod in Europa, maar
hoe terecht is dit vertrouwen, gezien de globalisering van ons
voedselpakket? De kwesties rond de BSE, het gebruik van hormonen,
antibiotica en genetisch gemodificeerde soya en ma�s maken
duidelijk dat naast een betrouwbaar Europees controlemechanisme een
goede informatievoorziening en openheid naar de consument cruciaal
zijn, aldus van Putten.
Van Putten heeft samen met haar collega's tijdens de bijeenkomst
diverse vraagstukken aan deskundigen van de overheid, het
bedrijfsleven en consumentenorganisaties voorgelegd.
Centraal stond de vraag of Europa een Europese instelling of
co�rdinerend mechanisme in het leven dient te roepen, die op
onafhankelijke basis de voedselveiligheid van de consument moet
garanderen. Hoewel het concept zeker nog verder dient te worden
uitgewerkt werd door alle aanwezigen de noodzaak van een Europees
antwoord op de globalisering van het voedselpakket en de interne
markt benadrukt.
Andere onderwerpen die aan bod kwamen, waren: een duidelijke
informatievoorziening aan de consument die een ge�nformeerde keuze
moeten garanderen; mogelijkheden en risico's van de
schaalvergroting van de voedselsector; de voor- en nadelen van het
gebruik van diverse technieken zoals genetische manipulatie of het
gebruik van additieven;
Tot slot werd zeer duidelijk dat de grote verschillen die in de
lidstaten bestaan tussen de nationale voedselinspectiediensten
dienen te worden afgestemd, aangezien controle het sluitstuk van
het Nederlands en het Europees voedselbeleid vormt.
"Het is onaanvaardbaar dat een directeur van de Nederlandse
voedselinspectie procedureel wordt gehinderd zijn Duitse collega te
raadplegen over twijfelachtig voedsel dat de grens over gaat",
aldus van Putten en haar collega's uit de Tweede Kamer, Timmermans
en Swildens.
Voor meer informatie:
Maartje van Putten (Brussel 00-32-2-2845533) of Frans Timmermans
(Den Haag 070-3182744)
Copyrights � ANP
ANP Pers Support, het ANP is niet verantwoordelijk voor de inhoud
van bovenstaand bericht.
|