Anafylactische shock
Koemelkallergie
Als voedsel niet verdragen wordt
Voedselallergie en voedselintolerantie
vanuit verschillende medische visies
<<Terug
Na dertig jaar krijgt "het" een naam : anafylaxie
Vakantie. Ik zit met man en kinderen na een fikse wandeling op een terrasje in het Limburgse heuvelland. We lusten wel wat. De kinderen krijgen een pannenkoek, mijn man bestelt een salade, en ik bestel een broodje "gezond" : sla, kaas en tomaat. Naast mijn mooi aangeklede broodje ligt wat rauwkost met een dressing. Het ziet er aantrekkelijk uit, maar na de eerste hap voel ik het al : mijn hart begint te bonken, mijn lippen en verhemelte beginnen te prikkelen, het zweet breekt me uit. Er moeten noten door de rauwkost zitten, dat kan niet anders, dit heb ik altijd als ik per ongeluk noten eet. Geschrokken roer ik met mijn vork in de rauwkost, maar er is geen noot te bekennen. Later realiseer ik mij dat er notenolie voor de dressing gebruikt moet zijn. Na een minuut of wat beginnen mijn lippen op te zwellen en krijg ik moeite met slikken. Het lijkt of er een voorwerp in mijn keel zit en ik krijg braakneigingen. Mijn man kijkt me vragend aan. Ja, noten, knik ik terug. Hij vraagt om de rekening en we verlaten haastig het terras.
Ik weet al sinds mijn kleuterjaren dat ik niet tegen noten kan. Menig feestje is bedorven doordat ik plotseling, in een paar minuten tijd, ziek werd. Door ervaring wijs geworden ben ik dingen waarin noten zitten, gaan mijden. Inmiddels dacht ik wel te weten wat ik wel en niet kon eten, dus dit overvalt me behoorlijk.
Eenmaal terug in het vakantiehuisje neem ik
de medicijnen die ik gebruik als ik last heb van hooikoorts. Volgens de huisarts helpen
die ook bij andere allergie�n. Maar niet bij noten, denk ik terwijl ik me steeds
beroerder ga voelen. Het slikken en ademen wordt steeds moeilijker, het is alsof ik door
een dun pijpje moet ademen. Een pijpje dat bovendien nog vol zit met een taai soort slijm.
In de spiegel zie ik een opgezwollen gezicht. Tot overmaat van ramp krijg ik vreselijke
jeuk over mijn hele lichaam. Dat ik ziek werd van noten wist ik wel, maar zo rot als ik me
nu voel heb ik me nog nooit gevoeld. Helemaal gek van de jeuk besluit ik een koude douche
te nemen. Als ik me uitkleed blijkt mijn lichaam van mn navel tot mn knie�n
onder de netelroos ( urticaria ) te zitten. Eenmaal uit het zicht van de kinderen komen de
tranen:
wat gebeurt er toch met me ?
Na een tijdje steekt mijn man zijn hoofd om het hoekje van de deur. Hij schrikt van wat hij ziet : een opgezwollen mens, dat zich piepend van benauwdheid tot bloedens toe staat te krabben onder een koude straal. Omdat ik me zo slap en duizelig begin te voelen, stopt mijn man me in bed. Daar lig ik wat te soezen in afwachting van betere tijden. Een paar uur later zijn de duizeligheid en de benauwdheid voorbij. Na twee dagen zijn de zwellingen in mn gezicht verdwenen. Ook het brandende gevoel in mijn maag is dan weer afgezakt.
Na de vakantie vertel ik het verhaal aan de huisarts. Maar ik vergeet de helft te vertellen, en hij vraagt niet door. Al gauw raakt de hele geschiedenis in het vergeetboek. Totdat ; mijn man en ik zijn een avondje uit en zitten ergens te eten. Binnen een paar seconden voel ik het : het is weer mis. Ditmaal zijn de verschijnselen zo benauwend dat ik moest blijven rondlopen om niet flauw te vallen. De weekendarts adviseert me telefonisch om een Celestone-tablet te nemen. Dat helpt echter niet merkbaar. Na een paar benauwde uren val ik uitgeput in slaap. De volgende morgen belt de weekendarts van de afgelopen nacht me op. Hij vraagt hoe het afgelopen is en adviseert me dringend om contact op te nemen met de huisarts. Waarschijnlijk moet ik een injectiespuit bij me gaan dragen voor als het weer gebeurt. De huisarts vindt dat nogal drastisch. Hij besluit eerst een allergoloog te raadplegen. De allergoloog vraagt om al mijn ervaringen met noten te beschrijven, van mijn kindertijd tot nu. En wat voor mij al dertig jaar een steeds akeliger vraagteken is, krijgt van hem een naam : Anafylaxis.
Een Anafylactische shock zoals boven beschreven kan levensbedreigend zijn, zoals vaak bij jonge kinderen ( b.v. de pinda-allergie ) maar kan ook optreden na het krijgen van een wespesteek, jaarlijks komen hierdoor mensen om het leven.
Behandeling in noodsituaties
Noodsituaties bij een voedselallergie doen zich voor bij een anafylactische shock en bij glottisoedeem ( zwelling in het strottehoofd ). Dikwijls is dit een reactie die snel optreedt na de inname van het voedsel. Als u eerder een anafylactische shock of een glottisoedeem heeft gehad is de kans dat het een tweede keer gebeurt vrij groot. Het is dan verstandig om de behandelend arts precies te vragen welke verschijnselen u kunt verwachten :
Vraag de arts ook welke instructies u het beste kunt geven aan de mensen die vaak met u optrekken ( partner, familie, collegas, vrienden). Het kan ook handig zijn om een korte instructie altijd bij u te dragen, bijvoorbeeld aan een kettinkje. In de instructie moet in ieder geval staan :
In noodsituaties kan ook de Medic Alert armband of ketting� nuttig zijn. De arts zal meestal snel na aankomst medicijnen inspuiten. Het belangrijkste medicijn in dit geval is een medicijn, dat het openstaan van bloedvaten tegengaat. Dit medicijn heet epinefrine. Naast epinefrine spuit de arts meestal ook corticostero�den in en antihistaminica. In uitzonderingsgevallen is het mogelijk om een setje te verkrijgen waarmee een zelf-injectie met epinefrine te geven is. Het heet Epipen�
Verder kan in het ziekenhuis worden overwogen om de maag leeg te maken (maagspoelen), zodat er zo weinig mogelijk contact is met het schadelijke voedingsmiddel. Ook kan daar zuurstof gegeven worden en een infuus om vocht en medicijnen toe te dienen.
� Uit: Zelfzorgzorgboek voor mensen met
Voedselallergie en Voedselintolerantie
Copyright: E.H. Coene , 1995
Bijschrift :
De beschreven EPIPEN� is verkrijgbaar bij iedere apotheek, navraag bij uw ziektekostenverzekering kan wellicht leiden tot vergoeding ervan, indien de arts de aanschaf nodig acht. De gebruiksaanwijzing is erg simpel, vaak is bij de apotheek een oefenpen aanwezig. Ook is de pen een uitkomst voor bv. de vakantie, indien een arts of ziekenhuis niet dicht in de buurt aanwezig is, en toch snel en tijdig ingegrepen moet worden.
Overgevoeligheid voor koemelk
Als er over de overgevoeligheid voor melk
en melkproducten wordt gepraat, worden de begrippen allergie en intolerantie wel eens met
elkaar verward. In de praktijk is het ook niet altijd gemakkelijk om een verschil te maken
tussen deze twee vormen van overgevoeligheid, zeker als ze gelijktijdig bij een pati�nt
voorkomen. Toch spelen er heel verschillende lichaamsprocessen een rol, en ook de
voedingsadviezen in de praktijk zijn verschillend.
Beide vormen van voedselovergevoeligheid voor melk worden in dit artikel besproken. Ik
sluit daarbij aan op datgene wat er in de landelijke Standaarden voor Diagnose en
Behandeling van Voedselovergevoeligheid bij zuigelingen wordt aangegeven. Deze standaarden
zijn er op dit moment zowel voor huisartsen als voor consultatiebureau - artsen.
Koemelkallergie
Bij koemelkallergie is het eiwit in de melk de directe veroorzaker van de allergie. In melk komen verschillende typen eiwitten voor zoals lactoglobuline, case�ne en serumalbumines. Bij mensen die een aanleg voor allergie hebben, we spreken over een atopische constitutie, kan er na contact tussen melkeiwit en de lichaamscellen een verhoogde productie van een bepaald type immunoglobulinen optreden. Immunoglobulinen of antistoffen helpen normaliter mee om indringers zoals bacteri�n, virussen en vreemde voedseldeeltjes onschadelijk te maken. Het normale type is Immunoglobuline A (Iga). Als zon indringer door Iga is gebonden, wordt het vreemde deeltje onschadelijk gemaakt, zonder dat er vervelende bijverschijnselen optreden. Bij aanleg voor een allergie gebeurt er nog iets anders: de plasmacellen in de darmwand worden aangezet tot het vormen van een speciaal type immunoglobuline, het IgE, een antistof die zo is gebouwd dat de volgende keer de indringer sneller herkend kan worden. Het IgE is dan ook specifiek voor een bepaald soort stof. Dit IgE zet zich vast op een aantal speciale cellen, de zogenaamde mestcellen. Komt er de volgende keer dezelfde indringer in het bloed, dan wordt het door het IgE snel herkend en gebonden. Daarop valt de mestcel waaraan het IgE vastzat, uit elkaar ( we noemen dit degranulatie ) en er komen stoffen vrij die een plaatselijke onstekingsreactie op gang brengen. Dit gebeurt telkens als de overgevoelige persoon het allergene voedsel binnenkrijgt. Dit geldt overigens alleen voor type1 allergie. De gevolgen van deze overgevoeligheid kunnen zich op verschillende manieren uiten. Als we hierna spreken over de meest voorkomende vorm, het zogenaamde type 1 allergie of de directe overgevoeligheid, dan zal ongeveer 6-8 uur na het contact met het allergene voedsel een reactie in het lichaam optreden. De klachten kunnen zijn : buikkrampen, benauwdheid en huidklachten (dauwworm, eczeem, zwelling van de huid, jeuk). Het is bekend, dat een allergie zich kan opbouwen: bij zuigelingen werkt het darmslijmvlies nog niet zo optimaal, dat vreemde eiwitten worden tegengehouden. Als er dan telkens opnieuw allergeen voedsel wordt gegeten, kan er steeds meer IgE gevormd worden, zodat er bij sommige kinderen na enige tijd al een felle reactie kan optreden na contact met een spoortje van het bewuste voedsel.
Intolerantie
Als we spreken over koemelkintolerantie, bedoelen we daarmee meestal dat de melksuiker, het lactose, niet goed wordt verdragen. Vandaar de term lactose-intolerantie. Men kan ook intolerant zijn voor de eiwitten in koemelk. In koemelk en ook in moedermelk zit lactose, een dubbelsuiker opgebouwd uit glucose gekoppeld aan galactose. Om dit lactose te kunnen benutten moet het in het darmslijmvlies eerst worden gesplitst in de enkelvoudige suikers glucose en galactose. Dit laatste gebeurt door het enzym lactase, dat in het darmslijmvlies meestal voldoende aanwezig is. Is er te weinig lactase, dan wordt de melksuiker niet opgenomen en gaat gisten in de darm. De gevolgen zijn dan buikkrampen, winderigheid en diarree (vergelijkbaar met het te veel eten van de zoetstof sorbitol). Bij de gisting komt ook waterstofgas vrij, dat gedeeltelijk in het bloed wordt opgenomen en via de longen wordt uitgeademd. Het meten van het waterstofgasgehalte in de uitgeademde lucht is een snelle manier om vast te stellen dat er iets mis is met de vertering van suikers in de darm. Bij lactose-intolerantie zien we twee vormen optreden: de primaire vorm die min of meer erfelijk bepaald is, en de secundaire vorm, die zich alleen ontwikkelt als de darmen in slechte conditie zijn. De primaire erfelijke vorm is eigenlijk niet als een afwijking te beschouwen, als we weten dat bij het grootste deel van kinderen in Azi� en Afrika er na het derde jaar een vermindering van de lactaseproductie optreedt. Daar staat normaal gesproken melk niet op het menu, dus die kinderen hebben er ook geen last van. Maar bij de Westeuropeanen kan het enzymtekort in zeldzame gevallen ook optreden. Deze kinderen (en volwassenen) zullen dus melkproducten met weinig lactose (yoghurt, kaas) moeten gebruiken, of melk die speciaal met lactase is voorbehandeld. Sojamelkproducten kunnen ook als alternatief, omdat ze lactosevrij zijn. In de praktijk geeft een matig gebruik van gewone melk meestal geen problemen. De secundaire vorm van lactose-intolerantie kan optreden als de darmen in slechte conditie zijn, dus bijvoorbeeld bij een darmontsteking of een chronische allergie. Tijdelijk valt dan de lactaseproductie in de darm terug en levert het lactose in de melk de bekende darm- en ademhalingsklachten op. Als door een eliminatie-dieet de darm zich weer heeft kunnen herstellen, kan het probleem van de lactose-intolerantie voorbij zijn.
Preventie, diagnose en behandeling
Als de kans op een koemelkallergie bij een pasgeboren zuigeling groot is, bijvoorbeeld in een atopische familie waar beide ouders of oudere kinderen allergische reacties kennen, dan doet de moeder die borstvoeding geeft er verstandig aan om melk, eieren en andere veel voorkomende allergene voedingsmiddelen uit haar voeding te schrappen. Daarmee voorkomt ze dat er brokstukken van deze producten via de moedermelk bij het kind komen. Het aantonen van een voedselovergevoeligheid bij de pasgeboren zuigelingen via bloedonderzoek levert geen betrouwbare indicatie op, en wordt daarom niet toegepast. Bij de diagnose van koemelkallergie wordt volgens de standaard voor zuigelingen het eliminatie en belastingdieet toegepast. Als men wil nagaan of de allergie zich heeft ontwikkeld, kan dit via een combinatie van bloedtest (Rast-test) en huidpriktesten worden gemeten. Als een combinatie van deze testen positief is, is een allergie waarschijnlijk. Het eliminatie- en belastingonderzoek geeft doorslag. Als men een lactose-intolerantie vermoedt, kan men de uitgeademde lucht onderzoeken op waterstofgas.
Ook het weglaten van lactose uit de voeding en het later weer invoeren geeft een indicatie van de intolerantie. Het direct meten van de lactase-activiteit in het darmslijmvlies is technisch wel mogelijk, maar tegelijk ook zo belastend, dat het niet vaak wordt toegepast .
Is soja een goede melkvervanger ?
Als bij kinderen koemelkallergie of lactose-intolerantie wordt geconstateerd, gaan de ouders op zoek naar een goed melkvervangend product. Zij kunnen dan overwegen om op sojamelk over te stappen. Om te kunnen beoordelen of soja dan een goed alternatief is, is het goed om onderscheid te maken tussen zuigelingenvoeding en opvolgproducten op basis van sojadranken.
Zuigelingen
De zuigelingenvoedingen op basis van soja-eiwit die in Nederland worden verkocht, zijn allen lactosevrij. Verder hebben ze een complete samenstelling (vet, eiwit, koolhydraten, vitamines en mineralen), zodat ze in dit opzicht een goede vervanging zijn van zuigelingenproducten op basis van koemelk. Toch wordt bij koemelkallergie niet geadviseerd om op sojaproducten over te stappen, omdat er een even grote kans op soja-allergie bestaat. (of kan ontstaan) Dit kan dan later problemen opleveren, als men samengestelde producten (bijvoorbeeld vleeswaren) zou gebruiken, waarin sojaeiwit is toegevoegd.
Opvolgproducten
Als men aan sojaproducten denkt voor de voeding van kinderen ouder dan twaalf maanden, dan is er een uitgebreid assortiment van sojaproducten in de handel, zoals bijvoorbeeld Solini en Alpro-Naturel Calcium-verrijkt. Vergeleken met melkproducten kunnen de producten een lager calciumgehalte en een lager gehalte aan vitamine B2 hebben. Als de rest van de voeding gevarieerd is (vlees, eieren, verse groenten, brood) hoeft men niet direct beducht te zijn voor een vitamine B2 tekort. Voor de calciumvoorziening is het beste om calcium - verrijkte merken van sojaproducten te kiezen, omdat in onze voeding melk nu eenmaal de belangrijkste calciumleverancier is.
Soja voor moeders met een eliminatiedieet
Moeders die borstvoeding geven aan een kind, waarbij koemelkallergie wordt vermoed of al is geconstateerd, doen er verstandig aan om koemelkproducten uit hun voeding weg te laten. Als vervangingsproduct voor melk is een eiwithydrolysaat de eerste keuze, maar om praktische redenen (slechte smaak!) kan men ook soja gebruiken. Hoewel de kans op een soja-allergie even groot is als op een koemelkallergie, hebben vele gebruiksters van deze sojaproducten goede ervaringen met soja. Er is dus geen reden om soja in deze gevallen af te raden, maar wel moeten de moeders, als er opnieuw allergische klachten ontstaan bij hun kind, bedacht zijn op een overgevoeligheid voor soja. Bij zogende moeders hebben de calciumverrijkte producten duidelijk de voorkeur.
Kent het gebruik van soja risicos ?
Soja is in een groot deel van de wereld een basisproduct, dus in principe gaat het om een product dat als een veilig en waardevol voedingsmiddel kan worden beschouwd.
Soms duiken er berichten op, dat soja ook schadelijke stoffen zou bevatten. Voor iemand die na een geconstateerde koemelkallergie bewust op soja is overgestapt geeft dit soort berichten natuurlijk de voorspelbare ongerustheid. In dit artikel willen we dit aspect niet negeren, maar omdat de wetenschap nog geen duidelijk antwoord heeft gegeven op de vraag van eventuele schadelijke bestanddelen blijft het antwoord op dit moment nog beperkt. In het blad "Kritisch Consumeren" verscheen in 1995 een artikel, waar de invloed van soja op de hormoonhuishouding als een gezondheidsrisico werd genoemd. Het zou daarbij gaan om de zogenaamde
iso-flavonen, die van nature in sojabonen voorkomen. Bij een onderzoek onder gezonde vrouwen die een dieet met extra sojaproducten volgden, werd inderdaad een invloed op de hormoonhuishouding tijdens de menstruatiecyclus gevonden, maar ook een positief effect op de cholesterolspiegel. Het is te vroeg om nu conclusies te trekken over het effect van soja op de gezondheid. Immers veel voedingsfactoren kunnen een effect hebben op de totale gezondheid, en het is moeilijk om een heel speciaal effect van een stof snel zichtbaar te maken. Er zijn geen gegevens bekend over de affecten van sojavoeding bij jonge kinderen op hun latere ontwikkeling. De Nederlandse overheid heeft geen aanleiding gezien om maatregelen te nemen, en wacht verder onderzoek af. En daarmee blijft voor de gebruikers van sojaproducten een vraag open: niemand geeft de garantie van volledige veiligheid, maar de onveiligheid is ook niet aangetoond. Dus moet ieder nu een persoonlijke afweging maken bij zijn of haar keuze. (<)
� Stichting VoedselAllergie Over
Gevoelig Heden 1996
door Ir. A.B.A.M. van Hellemond
Docent Levensmiddelenchemie en Voedingsleer
Agrarische Hogeschool, s Hertogenbosch
---//---
Wat is er te koop ?
Producten ter vervanging van koemelk
Wanneer koemelk niet verdragen wordt
Koemelkallergie is wellicht de bekendste voedselallergie. Twee � drie procent van de zuigelingen in Nederland heeft een koemelkallergie. Deze allergie komt ook, relatief weinig, voor bij volwassenen. In tegenstelling tot veel andere voedingsmiddelen kan melk niet zomaar straffeloos worden weggelaten uit de basisvoeding. Melk levert ca. 70 % van onze dagelijkse benodigde hoeveelheid calcium (kalk), ca. 50 % van de behoefte aan vitamine B2 en 15-20 % van onze behoefte aan eiwit. Om een volwaardige voeding samen te stellen moeten we kiezen voor een melkvervanger.
Melk bevat lactose (melksuiker). Intolerantie voor lactose komt ook voor. De vervanging van melk door lactose arme melkproducten is veel minder een probleem dan de vervanging van melk bij een allergie. De speciale lactose-arme melkproducten die gebruikt kunnen worden bij lactose-intolerantie, zijn niet geschikt bij een koemelkallergie.
Wat is de voedingswaarde en geschiktheid van melkvervangers
sojamelk Voor welk product u ook kiest, let steeds op of het voldoende calcium (125 mg per 100 ml) en vitamine B2 (0,15 mg per 100 ml) bevat.
Sojamelk is ook als calciumverrijkt, en in de vorm van Yofu en drinks en pudding/vla verkrijgbaar. (supermarkt)
Geitenmelk en schapenmelk Geiten- en schapenmelk zijn goed verteerbaar, relatief goedkoper dan andere melkvervangers en goed verkrijgbaar in reformzaken of bij de boer. Beiden hebben een sterke smaak en geur. Om de volgende redenen ontraden we geiten- en schapenmelk als vervanger. Ongeveer 90 % van de kinderen met koemelkallergie reageert ook op geiten- of schapenmelk (kruisreactie). Beide bevatten onder andere te weinig foliumzuur waardoor bloedarmoede kan ontstaan.
Verder verschilt de voedingswaarde nauwelijks van koemelk
Alle melksoorten van dierlijke oorsprong bevatten lactose.
Paardenmelk en ezelinnenmelk Het drinken van paardenmelk wordt in Nederland als zeer ongewoon beschouwd. Paardenmelk komt hier op bescheiden schaal op de markt. In Duitsland en Oostenrijk wordt het nogal eens gebruikt als een natuur-product. Ezelinnenmelk werd vroeger regelmatig als vervanging van moedermelk gebruikt. Voor zowel paarden- als ezelinnenmelk geldt dat het qua samenstelling veel meer op moedermelk lijkt dan koemelk. Doordat beide weinig energie, vet en te weinig vitamines bevatten komen ze zonder aanzienlijke aanvullingen niet in aanmerking voor de vervanging van koemelk of moedermelk. Ook hier geldt het gevaar van een kruisreactie dus het ontstaan van dezelfde soort reactie als bij koemelkallergie. Deze melksoorten vormen daarom geen zinvol alternatief.
De melk van verschillende diersoorten onderling verschilt zo sterk dat de mensenbaby niet zonder meer de melk van een ander zoogdier verdraagt.
Dit komt onder andere doordat zijn nieren nog onvolledig functioneren en de melksoorten zon verschillend eiwitgehalte hebben. Moedermelk heeft 1,1 % eiwit, de melk van de koe 3,5 %, van de wolf 9 % en van het konijn 15,5 %.
Eiwithydrolysaten Alle eiwithydrolysaten worden vervaardigd door voorvertering van voedingseiwit met behulp van enzymen. Kenmerkend hiervoor is dat het eiwit wordt afgebroken tot kleinere deeltjes, de zogenaamde peptiden en aminozuren. Gehydolyseerd eiwit is moeilijker te herkennen door het immuunsysteem. Dit geeft veel minder kans op een allergische reactie. De duur van de hydrolyse en de nabehandeling bepaalt de zuiverheidsgraad. Door zogenaamde ultrafiltratie en soms ook het reinigen met actieve koolstof wordt een hydrolysaat ontdaan van de lange-keten-peptiden. Hoe meer langere eiwitketens achterblijven des te minder geschikt het product is bij de behandeling van ernstige voedselallergie.
Bij behandeling van voedselallergie is een eiwithydrolysaat een goede keuze. De voedingswaarde van hydrolysaten benadert die van gewone zuigelingen melk en borstvoeding. Toch heeft het hydrolyseren van de eiwitten consequenties voor de benutting van het eiwit en de opname van voedingsstoffen in de darmen. Daarom moeten alle eiwithydrolysaten voldoen aan bepaalde normen zodat groei en voedingstoestand van de zuigeling niet in gevaar komen. De hydrolysaten die in Nederland op de markt zijn voldoen allen aan deze kwaliteitseisen. Eiwithydrolysaten vormen in Nederland ongeveer 20 % van de markt van verkochte zuigelingenvoedingen. Voor de diverse eiwithydrolysaten die in Nederland op de markt komen worden verschillende voedingseiwitten als basis gebruikt.
Specifieke eigenschappen van eiwithydrolysaten
Alle hydrolysaten hebben een afwijkende (sterke) geur en smaak. Dit levert in hetr algemeen voor de zuigeling geen probleem op. Oudere kinderen drinken gehydrolyseerde melk vaak beter uit een tuitbekertje liefst zo koud mogelijk, zodat de geur niet doordringt. Bij het "receptuurtje" volgen enkele idee�n om de melk op een meer smakelijke manier te verwerken. Door eiwithydrolysaten kan de hoeveelheid en kleur van de ontlasting veranderen. Eiwithydrolysaat wordt behalve door kinderen ook vaak gebruikt door de moeder die borstvoeding geeft en in het belang van een allergisch kind een strikt koemelkvrij dieet dient te volgen. Dit vraagt veel inzet en doorzettingsvermogen van deze moeders. Vooral in de diagnostische fase kan het zijn dat een kind allergische klachten blijft houden ondanks het weglaten van koemelk en andere allergenen ( zoals kippenei ) uit de voeding. Hoewel borstvoeding om een heleboel redenen de voorkeur heeft, kan het voorkomen dat het beter is de zuigeling te voeden met een eiwithydrolysaat. Hierdoor houdt de moeder meer energie over voor de baby in plaats van de frustratie dat het kind nachten en dagen lang blijft huilen als reactie op de borstvoeding die ondanks alle inspanningen toch nog allergische klachten geeft. Sporen van allergenen kunnen via de borstvoeding bij het kind een allergische reactie oproepen.
Onkostenvergoedingen
Eiwithydrolysaten vallen onder een vergoedingsregeling voor dieetpreparaten. Deze regeling is per 1 januari 1996 gewijzigd. Voor ziekenfondsverzekerden geldt dat de totale kosten worden vergoed volgens de Ziekenfondswet (niet meer via de AWBZ).
De arts en/of di�tist moet dan aantonen dat men deze melkvervanger nodig heeft om een volwaardige voeding te verkrijgen. Voor particulier verzekerden met een zogenaamde " Standaardpakketpolis" geldt hetzelfde als voor ziekenfonds-verzekerden. Andere particulier verzekerden dienen in hun polis te kijken of vergoeding plaatsvindt. In geval van twijfel dienen zij contact op te nemen met de verzekeringsmaatschappij. Voorlopig is het raadzaam dezelfde procedure voor aanvraag van een vergoeding te volgen als tot op heden is gedaan.
Lactose-intolerantie
Sommige mensen kunnen melk niet verdragen omdat hun darmen niet of onvoldoende in staat zijn lactose (= melksuiker) te verteren. Klachten als diarree en gasvorming zijn dan het gevolg. Zuigelingen hebben in hun darmen het enzym lactase dat lactose uit de melk omzet in glucose en galactose waardoor deze opgenomen wordt in het bloed. Bij de meeste mensen in Westerse landen blijft het enzym lactase voldoende aanwezig zodat normaal melkgebruik geen probleem is.
Bij bepaalde bevolkingsgroepen zoals indianen, eskimos , bedoeinen en inwoners van landen rond de middellandse zee blijkt een slechte vertering van lactose (ook wel malabsorptie genoemd) na de kinderleeftijd veel voor te komen. Dit komt doordat de darm onvoldoende enzym lactase blijft maken. Bij verschillende darmziekten kan er sprake zijn van een tijdelijk slecht verdragen van lactose door het verminderen van de aanmaak van lactase
Hydrolysaten met wei-eiwit als basis
(wei is een van de eiwitbestanddelen uit koemelk)
Frisopep 1
volledige zuigelingenvoeding, geschikt vanaf de geboorte tot ca. 6 maanden.
Bevat lactose
Frisopep 2
opvolgmelk, geschikt voor kinderen vanaf 6 maanden en volwassenen.
Bevat lactose
Nutrilon Pepti
zie Frisopep 1
Nutrilon Pepti Plus
zie Frisopep 2
Pepti - Junior
geschikt voor zuigelingen en kinderen in geval van o.a. ernstige voedselallergie�n en
verteringsstoornissen Lactose arm.
Hydrolysaten met case�ne als basis
( case�ne is een van de eiwitbestanddelen uit koemelk )
Nutramigen
volledige zuigelingenvoeding, geschikt voor zuigeling en jonge kinderen.
Lactosevrij.
Na hydrolyse behandeld met koolstof om een zo zuiver mogelijk product te verkrijgen.
Pregestimil
geschikt voor zuigelingen en jonge kinderen met ernstige verteringsstoornissen
Lactosevrij.
Na hydrolyse behandeld met koolstof om een zo zuiver mogelijk product te verkrijgen.
Hydrolysaten met collageen en soja - eiwit als basis
Aptamil HA ( Milupa )
voor zuigelingen vanaf geboorte tot de leeftijd van ca.12 maanden.
Lactosevrij.
Lactose - arme en - vrije melkvervangers
Sojamelk
lactosevrij
Pregestimil en Nutramigen lactosevrij
Lactalac V
lactose arm
Dit is met het enzym lactase voorbehandelde (Friesche Vlag) melkpoeder.
Geschikt bij een lactose - intolerantie, niet een koemelkallergie,
na de zuigelingenleeftijd
Nutrilon Laag lactose arm Voor de zuigeling van 0-6 maanden
Lactose
met een lactose-intolerantie
(Nutricia)
Kerulac
Dit is het lactase-enzym wat men kan (Artu) toevoegen aan melk.
Na een bepaalde tijd is het grootste gedeelte van de lactose afgebroken,
zodat de melk lactose - arm wordt.
�Stichting VoedselAllergie Over Gevoelig
Heden 1996
door Carien Stapelbroek, di�tist